La isla bonita

P1178P1220P1222P1226P1225P1228P1190P1187P1188P1189P1192P1198P1218P1186P1180P1197P1205P1204P1203P1206P1210P1211P1212P1216P1217P1196

20/8

Om 8 uur werden we opgehaald bij ons hotel om naar de boot te gaan. Ons vervoer alleen al was erg speciaal: fietstaxi’s. In een taxi passen twee personen en onze taxichauffeur maakte er een race van.

Na een korte rit kwamen we aan bij Titicaca, waar we plaatsnamen in onze motorboot. De naam Titicaca heeft de betekenis ‘grijze puma’. De puma is samen met de condor en slang het voornaamste dier in Peru. Titi staat voor puma en caca voor grijs. Caca dien je uit te spreken als cahcah, anders betekent het heel iets anders. ;-).

De eerste stop die we maakten was bij Uros; de drijvende eilanden. Deze eilanden zijn gebouwd op riet en drijven op een diepte van 15 meter en gaan zo’n 25 jaar mee. Er wonen ongeveer 6/7 families op een eiland. We werden van harte welkom geheten, kregen een uitleg over het ontstaan van het eiland en mochten de kleding van de bewoners dragen. Op het eiland waar wij waren liepen een hoop ibis vogels rond. Zij worden gebruikt als voedsel en als medicijn. We sloten het bezoek af met een rondvaart op een luxe rieten catamaran.

Drie uur varen verderop kwamen we een op het eiland Taquile. Op dit eiland zouden we een traditionele lunch nemen en leerden we wat woorden Aymara en Quechua, als voorbereiding voor de ‘homestay’ bij de Aymara’s later die dag op het eiland Amantani. De klim naar de lunch was een heftige; het was steil en het meer is het hoogste zoetwatermeer ter wereld. De afgelopen weken heb ik -behalve in Buenos Aires- niet een keer kunnen trainen; daar zijn mijn longen niet op gebouwd. Een keer rende ik per ongeluk 6 trappen op en had t gevoel dat dat de laatste keer was.

De mannen op Taquile zijn fervente breiers. Dat moet ook wel: de vrouwen eisen hier een goed geweven muts. In de mutsen die de mannen dragen zit een bewust verschil; dit is om hun status te laten zien aan de lokale vrouwen. Een getrouwde man heeft een muts met een ingewikkeld motiefje, een vrijgezel heeft dit motiefje maar tot de helft van de muts. De rest is wit. Deze muts wordt door een vrouw getest wanneer de man aangeeft haar leuk te vinden. Dit testen doet ze als volgt; ze gooit een glas -bier of water- leeg in de muts. Loopt het water heel langzaam uit de muts, dan is de man geschikt. Loopt het water snel uit de muts, dan zal de man nog moeten oefenen.

Aan het eind van de middag kwamen we aan op het eiland Amantani. Hier werden we verwelkomt door onze ‘mama’s’ voor tijdens de homestay. Roomie C. en ik kregen mama Fortunata. Een geluk op zich ;-). De lokale jeugd stond klaar om ons te verslaan met een potje voetbal. Door de enorme hoogte kan ons Europese lichaam namelijk niet zo lang presteren. Daarom speelden we 4 tegen 6, best of 4. Na 3-1 veranderden we in een topteam en wonnen alsnog met 3-4.

Na het voetballen werd iedereen aangekleed door zijn ‘mama’. De vrouwen kregen twee rokken aan, een blouse en een mooie sjaal en de heren een pancho. Een bandje begon te spelen en iedereen werd uitgenodigd voor een kringdans. Zelfs de dans was vermoeiend voor ons…

Inmiddels was het donker geworden (18:30, winter) en moesten we nog naar ons huis lopen. Ons ‘broertje’ leidde ons door velden en over smalle trappetjes naar ons huisje. Omdat we de mama niet zagen gokten we dat we zelf naar de keuken konden gaan om haar te helpen. Dit klopte. We schilden de aardappelen (met een bot mesje, bij 1 kaarsje). De aardappels werden gegrild en belanden in de soep. Daarna kregen we rijst met maïs en ui. Erg lekker! Helaas hebben we de rest van de familie niet meer gezien. Ik denk dat die ergens anders zaten te eten aangezien Fortunata steeds met borden de deur uitliep.

21/8 Helaas begon deze morgen op dezelfde manier als 19/8 eindigde. Mijn buik kon alle visjes niet weerstaan. Met buikpijn hielp ik C. en Fortunata met water halen bij de put 100 meter verderop. Na 5 keer heen en weer te hebben gelopen begon een onsmakelijk gedeelte wat ik u zal besparen.

Wat ik u níet wil besparen is een klein lesje hygiëne in deze Zuid-Amerikaanse landen. Uiteraard wordt je vooraf gewaarschuwd voor matige sanitaire voorzieningen. In Buenos Aires bijvoorbeeld, wordt kraanwater al afgeraden. Het is wel schoon, maar zo schoon (gemaakt) dat het is alsof je een fles chloor in een badkuip met water hebt leeggeknepen. Vanaf dag 1 begon ik dus met het drinken van flessenwater. Vanaf de trek naar Chili was het tijd om ook de tanden te poetsen met flessenwater. Flessenwater wat je koopt in een supermarkt of een ‘cornershop’: geen straatkraampjes. Dit had ik op de dag van Death Road gedaan en gelukkig ruik ik aan zowat alles wat ik eet/drink: dit was bedorven. Arme verkoopsters halen de lege flessen water op, vullen ze opnieuw en branden het plasticje weer dicht. Ik kon het zelf niet geloven, maar onze nieuwe gids bevestigde het aan me. Zelfs de cornershops zijn niet altijd te vertrouwen vertelde hij, waarbij hij zijn excuses aanbood.

Een ander ding wat elke keer weer een verrassing is in Chili, Bolivia en Peru zijn de toiletten. In de hotels hebben we altijd een Europees toilet, maar in restaurants heb je enorme variaties, soms zelfs buiten het gebouw. De openbare toiletten zijn de meest verbazingwekkende: ze zijn altijd betaald (minder dan 1 dollar), maar je weet nooit wat je ervoor krijgt. De beste toiletten hebben een Europese, schone bril en toiletpapier. Het ergste wat je kunt treffen zijn ‘Franse toiletten’, waarmee ik de Fransozen waarschijnlijk ernstig beledig: een gat in de grond, zo klein, dat het onmogelijk is om dat schoon te houden met nr 1. Laat staan nr 2 ;-).


Na aankomst in het hotel in Puno besloot de gids toch een dokter te laten komen (no worries, die komen hier al voor een lichte hoofdpijn). De beste man constateerde reizigersdiarree, beginnende uitdroging en lichte koorts. Genoeg hier om een tafel vol met pillen in te nemen zodat ik me weer tiptop voel voor de incatrail later deze week.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *